Welkom / Werk / Tekst / Links / Publicaties / Contact
Op de grens
Opening zaterdag
13 oktober 2018, Pulchri Studio (Voorhoutgalerie)
Look through any window
Eind jaren tachtig toen het plotseling veel minder ging met de grote regionale kranten legde ik enkele
ideeën aan de hoofdredactie van de Haagsche
Courant voor die mogelijk
de oplage konden verhogen. Ik stelde
onder meer voor om cd´tjes bij de zaterdagkrant te doen, die verband
hielden met het verhaal op
de cover van de zaterdagbijlage waar
ik toen werkte.
Het zouden associatieve keuzes moeten zijn,
zoals je bijvoorbeeld aan de Vijfde van Beethoven denkt als je op de invasiestranden van Normandië staat. Toen ik
in de De Ruyterstraat was
om het werk van Marijke te bekijken begreep ik dat ze intimiteit
nastreeft en dan met name
op de spannende grens tussen privédomein en publieke ruimte.
Als voorbeeld toonde zij een
paar schilderijen waarbij ze vanuit haar venster naar
de wereld op straat keek. Dus was de cd-keuze voor mij
ook deze keer niet moeilijk.
‘Look through any window’, met als volgende regels (what do you see? Smiling faces all
around); een nummer van The
Hollies, een Engelse groep die in de jaren zestig in de slipstream van The Beatles grote
hits scoorde.
Zelf typeert
Marijke haar werk als melancholiek, terwijl ik daar
als kijker anders over denk; ik zie er
meer een warm, intens gevoel van levenskracht in. Je kunt je sowieso afvragen waarom u als introductie
van het werk van Marijke de Wit naar
mij moet luisteren, want ik ben hooguit een kunstliefhebber,
geen kenner. Uit een eerder
gesprek begreep ik dat ik
die uitnodiging onder meer te danken
heb aan het feit dat er
inmiddels zoveel exposities van haar werk zijn geweest
dat de lijst van mensen die er echt
verstand van hebben uitgeput was. Er was nog een andere
reden; een paar jaar geleden
zag ik ook al werk van Marijke, toen voor de eerste keer, en ik
vertelde haar hoe mooi ik vond.
Maar ik begreep meteen dat ik
nu dus zou moeten uitleggen waarom, zonder in kunsthistorische verhandelingen te vervallen.
Dat is moeilijk,
soms weet je zelf niet waarom
je iets mooi vindt; wat ik wel
weet is dat er schilderijen of andere kunstwerken zijn waar ik
een leven lang naar kan
kijken omdat er achter die voorstellingen een wereld zit die diep en veelzijdig
is, die aanknopingspunten heeft
met beelden in mijn onderbewustzijn. Als je nu maar zorgt dat je het juiste kunstwerk in huis haalt dan heb je iets dat je verzoent
met de harde, kakofonische wereld die ons omringt. Dát is het gevoel dat bovenkomt
als ik naar
het werk van Marijke kijk. Een groter compliment kun je volgens mij niet maken.
Want zulke schilderijen doen meer dan je afleiden van de waan van de dag; ze doen je beseffen dat die harde, andere wereld,
slechts een lelijke postzegel is op een verder prachtige
ansichtkaart. Zúlke kunstwerken hebben we nodig. Juist nu.
Die opdringerige,
schelle wereld waaraan ik refereerde
is in het heden veel meer aanwezig dan in het verleden. Kon je je vroeger nog afsluiten
van de boze buitenwereld,
nu is dat bijna onmogelijk. Neem het onprettige
aura van Trump, vroeger was het domein
van zo iemand niet groter dan de krant en het radionieuwsbericht van het
ANP. Nu trumpettert hij overal: kranten, radio, internet,
televisie en op je telefoon, overal schettert hij in je oor; er is geen
ontkomen aan. Totdat je naar kinderen kijkt die op straat spelen, of naar de zon die haar stralen over het lege strand laat scheren, of kijkt naar mooie schilderijen
zoals die hier hangen.
U hoort
het, ik doe mijn best om de
schoonheid te vangen, maar het blijft ingewikkeld. Toch was er een moment waarbij
ik meteen voelde wat ik bedoelde.
Ik vloog gisteravond van Valencia naar
Schiphol. Geen prettige omgeving zo’n vol vliegtuig; op mijn rij van drie stoelen
zat in het midden een heel dikke Argentijn, korte broek, overhemd
open tot de navel, benen als
varkenshammen en tot overmaat van ramp begon hij ook nog
te snurken. Maar terwijl de purser aankondigde dat de taxfree-verkoop zou beginnen, deed zich onverwacht een moment voor dat me aan het werk van Marijke deed denken. Zijzelf zou het waarschijnlijk melancholie noemen, ik denk
aan schoonheid en een intense liefde voor wat ik zag.
Boven Oost-Frankrijk zwenkte het vliegtuig met een schuine bocht naar
rechts en kon ik door het raampje aan de overkant naar de wereld schuin beneden
mij kijken: ingelijst door het kunststoffen kozijn zag ik een
patchwork van verkaveld land: goud,
oker, verbleekt groen, lichtgeel, het was een eindeloze variatie
die uitgespreid lag over een
zacht glooiend heuvellandschap onder de herfstzon; hier en daar een
dorpje en een paar boerderijen.
Ik wist meteen
waarom ik zo van dat grootse maar toch intieme landschap
hield; het was tijdloos én oeroud, ik
kende er de mensen, wist waar
ze vandaan kwamen en wat hun voorouders
deden, ik kende hun dorpen
en steden.
Later verschenen
de eerste Zeeuwse eilanden, de stervormige vesting
van Den Briel en niet veel later scheerden we over Den Haag met in het midden, als een wit Legosteentje,
het stadhuis van Richard Meier. En
nu staan we hier voor deze ontroerende
schilderijen waarin je – als je ze langer bekijkt – al die werelden kunt oproepen van zorgzaamheid, goede bedoelingen en schoonheid; het zijn vensters die uitkijken op een wereld waarin
Trump slechts een voorbij drijvend wolkje aan de horizon is.
Casper Postmaa
Den Haag, 13 oktober 2018
Look through any window,
yeah
What do you see?
Smiling faces all around,
Rushing through the busy town.
Where do they go?
Moving on their way,
Walking down highways and the by-ways
Where do they go?
Moving on their way,
People with their shy ways and their sly ways
Oh, you can see the little children all around.
Oh, you can see the little ladies in their gowns, when you
Look through any window, yeah,
Any time of day
See the drivers on the roads
Pulling down their heavy loads
Where do they go?
Moving on their way,
Driving down highways and the byways
Where do they go?
Moving on their way,
Drivers with their shy ways and their sly ways
Oh, you can see the little children all around.
Oh, you can see the little ladies in their gowns, when you
Look through any window, yeah,
What do you see?
Smiling faces all around,
Rushing through the busy town.
Where do they go?
Moving on their way
Moving on their way
Moving on their way
The Hollies, 1965